Beeldbepalend 289
Amsterdam Centraal Station 3
Woensdag 18 december 2024
Reeds in 1864 heeft de toenmalige minister van Binnenlandse
Zaken Johan Thorbecke de wens geuit dat Amsterdam een Centraal Station moest
bouwen. Hij opteerde voor twee locaties: bij de Leidsepoort en voor de huidige
locatie. Het werd de vervanger van het in 1878 gesloten station Willemspoort en
het tijdelijke station Westerdok. Voor het station werden in het IJ een drietal
eilandjes aangelegd. Het zand hiervoor kwam uit de duinen bij Velsen en was
eerder vrijgekomen bij het graven van het Noordzeekanaal. Het station is
gebouwd op 8.687 houten palen.
Aan het stationsgebouw zijn zoals ik in de twee voorgaande afleveringen over dit station al heb laten zien diverse reliëfs te zien. Niet altijd is de maker terug te halen. In sommige gevallen gaat het om Ludwig Jünger, maar of hij ook de beeldhouwer voor de Hoorn des overvloeds is heb ik niet kunnen vaststellen.
Jean-François Vermeylen, van wie ik ook in de twee eerdere delen werk heb laten zien, heeft samen met Martin van Langendonck het raamwerk gemaakt dat op het middenschip is terug te vinden. In de bovenste rij zijn Mercurius, Minerva en Neptunus afgebeeld. Daaronder hebben Scheepvaart, Visserij, Zeehandel, Welvaart, Verbroedering en Beschaving een plekje gekregen. De namen van de laatste drie zijn te lezen tussen de tweede en derde laag van dit blok.
Aan de oostzijde van het station is aan weerszijden van de koninklijke wachtkamer een frase van een gedicht van Joseph Alberdingk Thijm te zien en te lezen. Waarom voor deze dichter is gekozen, is overigens niet zo heel vreemd want hij was de schoonvader van de architect van het station Pierre Cuypers.
Aan de westelijke kant wordt ingegaan op de reislust van mensen, terwijl de tweede refereert aan de terugkeer naar huis. Dit is ook uitgebeeld door de maker van de omlijsting van beide coupletten Eduard Roskam.
De vijf stadia van een reis zijn door Eduard Roskam eveneens in enkele friezen verbeeld. De meest westelijke heeft de titel Vooraf aan de reis gekregen. Roskam laat hierbij vijf kinderen zien die een grote hutkoffer aan het inpakken zijn.
Het volgende reliëf bestaat uit drie delen: Afscheid, Vertrek en Aankomst. Ook hier heeft de kunstenaar weer kinderen gebruikt. Bij de linker worden handen geschud, in het middentableau zijn vijf kinderen te zien en bij de rechter gaat het om twee uitzwaaiende kinderen.
Het derde stuk heet de Begroeting met zes kinderen, waarvan er één alleen staat en de andere vijf verdeeld zijn in twee groepen van twee en drie. Net zoals de voorgaande twee stukken heeft Eduard Roskam deze kinderfriezen gemaakt in zijn atelier in Leuven.
Bij het Koningspaviljoen is ook nog een mooi Wapenschild te zien, waarbij het wapen wordt vastgehouden door twee leeuwen die beide worden geflankeerd door een vrouwspersoon. De maker van dit schild is onbekend, maar zelf sluit ik niet uit dat dit door Frans Vermeylen in samenhang met Martin van Langendonck is gerealiseerd naar een schets van Pierre Cuypers.
Onder het tweede gedicht zijn de Alliantiewapens Oranje-Nassau en Waldeck Pyrmont te zien. Het verwijst naar de verbinding van koning Willem III en koningin Emma, die tijdens de bouw regeerden. De wapenschilden worden eveneens vastgehouden door een leeuw, terwijl die worden geflankeerd door links een atlant (gezag) en rechts een kariatide (zachtmoedigheid). De makers van dit reliëf zijn FransVermeylen (ontwerp) en beeldhouwer Martin van Langendonck.
Ik sluit dit hoofdstuk over het Centraal Station af met Schilddrager des konings. Dit beeld heeft een lengte van 3,50 meter en is te vinden op de nok van het koninklijk paviljoen. Het is gemaakt door de Leuvense kunstenaar Frans Vermeylen (1857-1922). De gehelmde ridder rust met zijn linkerhand op het wapenschild met daarop de Nederlandse leeuw, terwijl in zijn andere hand een lans met vaandel vasthoudt.
Ook door het raamwerk heen
Raak ik iedere keer verrast
De mens op reis is aangepast
Zoals het scheen
Aan andere zeden
De reden kan ik niet verklaren
Dus zal ik mij nu verder scharen
Onder hen en de reden
Van dat vreemde gekloot
Niet tot mijn dood
Meedragen
Ik durf het zelfs te schragen
Beantwoord iedere knuffel
En duw mijn eigen snuffel
In al die open vrouwenkragen
Opa IJsbeer
Verantwoording
1.
Inleiding –
wikipedia
2.
Reliëf – wikipedia
3.
Middenschip
-wikipedia
4.
Gedichten –
straatpoezie.nl
5.
Friezen – straatpoezie.nl
– wikipedia
6.
Wapenschild
– wikipedia
7.
Alliantiewapen
– wikipedia
8.
Schilddrager
– spoorbeeld.nl










Reacties
Een reactie posten